Telkens ik een bijzonder of afwijkend klusje te doen heb kruipt dat in mijn hoofd en stel ik me er vragen over. Of me dat lukt, of ik het kan, hoe laat ik het moet doen, hoelang het zal duren. Nu ook. Ik heb Grof Vuil gebeld om een reuzegrote spiegel in barokke lijst op te halen. Het spiegelglas is in stukken, de lijst heb ik uiteen gehaald. De achterkant is een grote plaat van kunststof. Dat moet allemaal aan de straat klaarstaan. Voor halfacht.
Wassen, aankleden! Handschoenen aan. Hoe neerleggen? Gevaarlijk! Kinderen kunnen zich eraan snijden. Andere mensen ook, maar die zijn niet nieuwsgierig. Is het niet te zwaar? Zal dat lukken? De spieren niet forceren, een beetje rekken op voorhand. Eerst de plaat, dan de stukken spiegel erop, dan de planken van de lijst erop. Dat alles voor halfacht. Ik stel me voor dat ze als eerste hierlangs komen, dat ze hier de werkdag beginnen. Moet alles klaarliggen.
Rustig lopen door de brandgang achter het huis, mensen slapen nog, nee, ze fietsen zo naar hun werk, gaan naar school. Voorzichtig, niet uit de handen laten vallen. Ik moet ook nog boodschappen doen erna. Heb ik al een lijstje? Nog vijftig minuten, dan is het half acht. Ik moet niet te vroeg beginnen. Ook niet te laat, want stel je voor dat ... juist, en ik niet klaar ben met sjouwen. Wat moet ik dan zeggen? Hé mannen! Wat vroeg!
Zal ik me eerst scheren of hoeft dat niet? Wat kan ik nog doen in vijftig minuten? Ik kijk in de kleine spiegel in de gang.
Zielig he?
Quizvraag: Is bovenstaande echt gebeurd of niet? Huisgenoten zijn uitgesloten van deelname. Slechts één antwoord pp.
Reactie plaatsen
Reacties