Mijn moeder

Meestal denk ik niet aan haar. Ik bedoel het meest van de dag, soms wel eens twee dagen. Dat was vroeger al, toen ik op school zat, en me pas halverwege het naar huis lopen een beeld van haar vormde. Dan kwam ze in me op bedoel ik, als een gloed. Ik voelde me in een mengeling van geluk dat ze er zou zijn en thuis op me zat te wachten, en schuldig, omdat ik niet aan haar gedacht had. Toch was ik haar niet vergeten, alleen had ik niet aan haar gedacht en pas bij het zien van iets waar ze over verteld had - de boterbloemen bijvoorbeeld - dacht ik aan haar. Ik geloofde dat boter van boterbloemen werd gemaakt, honderden goudgele bloemetjes bijeen per pakje, en dat boter daarom zo duur was, want dat had ze gezegd, niet zoveel boter gebruiken, boter is duur. Ze lachte me een beetje uit om mijn gedachten, zoals toen ik zei dat kaas aan de bomen groeide, maar ze lachte lief, en eigenlijk ook om zichzelf, dat begreep ik later, omdat zij ook zulke gedachten had, maar die heeft ze mij nooit verteld. Vanmorgen dacht ik aan haar door een boek wat ik opeens terugzag. Ze vroeg indertijd of ik het aan het lezen was en knikte naar me zonder iets te zeggen.

Lees meer »

Stimulans

Ik heb bij mezelf ontdekt dat ik van jonge vrouwen hou die uitblinken in wat ze doen. Jongemannen lijken mij meer te moeten (een rol spelen), vrouwen kiezen ervoor, hetgeen me stimuleert.

Lees meer »

Anna Vinnitskaya

Sinds zij in 2007 de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano won ben ik fan van Anna Vinnitskaya (1983). Ik zat toen elke avond voor de televisie en volgde gefascineerd elk gebaar van haar, elke vingerbeweging.Door allerlei omstandigheden (waaronder corona) kon ik nooit een concert van haar bijwonen. Tot gisteravond in Nijmegen. Ik zat op zes meter afstand. Zij op het podium, ik in de zaal. Mijn idool. Het was toch alsof Taylor Swift aan het tafeltje naast me zat in een restaurant. Ik heb niks van haar spel gemist. Ravel, Scrjabin, Schumann, Wildmann. Grote emoties en dan weer klein ingetogen spel, kleine snelle vingertjes. Als toegift kwam ‘ Kinderszenen’ van Schumann. Dartel, als een vlinder. Een toetje. En weg was ze weer. Ze had geen woord gezegd en toch veel verteld.

Lees meer »

Laatste winterkleur

De laatste winterkleur die verdwijnt is die van het riet. Dat vale beige dat bijna licht lijkt uit te stralen. Het is dood, en toch, kijk, van onderuit verschijnt nieuw groen, een spruit, nog niet meer dan wat opschot vanuit de wortelstokken. Het heeft kracht, schiet omhoog, met de punt van een speer. Onderwijl staan de oude stengels te wiegen in de wind, verlegen, niet wetend wat te doen. Vroeger werd ze weggebrand door de boeren, dat mag niet meer, voor de insecten die erin leven. Daarbij vinden wij het decoratief. Nature morte, zeggen de Fransen. Stilleven, zeggen wij.

Lees meer »

De Wand

Applaus gisteravond in de Stadsschouwburg van Amsterdam voor actrice Chris Nietvelt die in een solovoorstelling twee uur lang het publiek geboeid hield.

Lees meer »

Pinksterbloem

Het is de tijd van de pinksterbloemen. Ze staan te pronken in lage graslanden, waar de grond natter blijft. De lilakleur van hun bloemen valt al van ver op, ze heeft iets magisch, alsof ze zweeft. ‘Ik zou hem zo graag eens wezen’ gaat de tekst van het volksliedje. Ik kende het niet toen ik in Nederland kwam wonen en hoorde het voor het eerst zingen toen we aan de nieuwe lp van Herman van Veen werkten, Overblijven. Daarop staat een opname van een oudmannenkoor van het liedje en ik verwonderde me over het respect waarmee ze het zongen. Een statigheid. Dat had vast iets met het begrip 'overblijven' van doen, dacht ik, maar durfde het niet vragen.

Lees meer »

Geluksbrenger

Kijk wat ik tegenkwam. Een bloesemblaadje op het raam, met daarachter een bewolkte achtergrond. Op de foto blijven de bomen wazig, wat het beeld nog breekbaarder maakt. Ik zat stil en keek naar het zwarte lijntje dat zich om een deel van het blaadje gevormd had, als een accent, en dacht aan Picasso. Hij had dat zomaar kunnen tekenen. Toen zag ik de twee stipjes en wou dat ik ze niet gezien had. Nu was het plots een gezichtje en dat wilde ik niet. Een scheef geel mondje. Het had geen poëzie meer, dacht ik. Toch bleef dat beeld de ganse dag in mijn hoofd hangen, als een geluksbrenger, een talisman.

Lees meer »