Is er iets mooier in de wereld dan bloeiende rozen in de tuin, in de heggen op het land, slingerend in de oude perelaar, geurend over de pergola, welriekend in de avondlucht.
Ja, een lachende baby, dat is waar.
Veel meer is er echter niet te bedenken. Niet in de zin van mooier. Lekkerder is warme melk met anijs, lindebloesemthee of gefrituurde vlierbloesem. Maar daar gaat het nu niet om.
De rozen in hun oh zo specifieke kleuren, die nergens anders terug te vinden zijn – dan in een schilderij van Rubens – en die de tuin en het land iets volwassens geven. De bloemen die tot nu bloeiden waren jong, een tikje gedurfd in hun verschijning. Zo niet de roos, die hoereert met de zon en met de tijd. Zij hangt gedragen over de leuning, zij recht fier haar hoofd. Uitdeinend pruilen haar bloemblaadjes open en laten een tros zwaar geparfumeerde meeldraden zien die zinderend verlangen naar nieuw leven. Er komt geen einde aan deze onuitputtelijke erotiek.
Ja, die roos.
Reactie plaatsen
Reacties