In een wirwar van takken en takjes en blaadjes stond de oude beuk zomaar opeens voor ons en versperde de weg.
‘Wie zijn jullie, wat komen jullie doen’ vroeg hij traag. Zo traag dat we bij zijn tweede woord reeds honderd meter ver weg hadden kunnen zijn, als we waren weggelopen, - maar dat deden we niet, we luisterden beleefd naar het oudste wezen van dit bos. Het was niet zomaar een boom, wel een heel boomboeket. Vergroeid, verenigd, vertakt. Het wezen zuchtte en steunde, en leek zich in een andere tijd te bevinden, traag, trager, traagst. Weggeslopen uit de era van de hobbits.
‘We kwamen om te wandelen’ zeiden we en spraken zo langzaam mogelijk, zodat de woorden nog net betekenis hadden, zo traag.
‘Geen lawaai maken’ zei de oude beuk en viel weer in slaap en terwijl we eerbiedig langs hem glipten maakte ik deze foto.
PS: deze beuk staat in arboretum Oostereng in Wageningen, het meest vergeten arboretum van het land
Reactie plaatsen
Reacties