Hoe ouder ik word, hoe minder zin ik heb iets aan de tuin te doen. De herhaling van de handelingen steekt me tegen, het manipulatieve, het willen sturen van de natuur, wat geen enkele zin blijkt te hebben.
Toch, dan kan die enkele stem van iemand die zegt hoe bijzonder de tuin is, me weer enthousiast maken en zal ik uren en uren bezig zijn, al is het niet na elkaar, maar elke dag een stukje. De geest is namelijk vrij onderwijl en zoekt een eigen pad, in fantasie, weg van de tuin, weg van het bekende, want dat is wat een tuin is voor de tuinbezitter, een bekende wereld die in stand gehouden moet worden tot er iemand langskomt die zegt: 'Oh, wat bijzonder.'
Nee, mijn geest doet niet mee tijdens het tuinieren, die ontwerpt alweer heel iets anders.
Reactie plaatsen
Reacties