Is er een boom zo mooi als de linde, met zijn hartvormig blad. Alleen als solitair, of als paar, in een groepje of een laan? Een lindebos heb ik nooit gezien, dat moet een sprookje zijn, zeker wanneer aan het begin van de zomer de bloesems rijpen en die zware geur zich verspreidt tot in de diepe schaduwen van het bos.
Ik dacht terug aan de Rückertliederen van Gustav Mahler, waaronder ‘Ich atmet’ einen linden Duft’, ik adem een zachte geur (in het Duits betekent lind zonder hoofdletter zacht, meegaand, toegevend en met hoofdletter lindeboom).
De tekst van Friedrich Rückert op engelenmuziek gezet door Mahler beschrijft het simpele feit dat er in een kamer een vaas met een lindetak staat die een lieftallige geur verspreidt. Een kamer, een tak, een geur.
Simpeler kan het niet.
Maar staat die lindeboom? Wie heeft die tak gesneden? En hem zo liefelijk in een vaas gezet om de kamer te verzachten? Wat doet de verteller in deze kamer? Op iemand wachten? Op diegene die de tak heeft gesneden misschien? Hebben ze hier afgesproken?
Ik droomde terug – met de muziek in mijn hoofd – naar het licht van een lindelaan en kreeg mijn zelfrespect als romanticus terug.
Dat heb ik nooit met een potje Englisch breakfast tea.
Reactie plaatsen
Reacties